Rond zijn veertiende trekt de Bossche Theodoor van Thulden ('s-Hertogenbosch, 1606 – 1669) naar Antwerpen om kunstenaar te worden. Met succes. Hij ontpopt zich tot veelgevraagd schilder van altaarstukken, portretten en mythologische en allegorische onderwerpen. Mogelijk start hij zijn carrière als student-assistent van Peter Paul Rubens, met wie hij later aan verschillende grootschalige kunstprojecten werkt.
Rond 1646 keert Van Thulden terug naar zijn geboortestad en maakt hij een reeks allegorieën voor het stadhuis van 's-Hertogenbosch en voor de Oranjezaal in Huis ten Bosch in Den Haag. Rond 1650 maakt hij een aantal allegorische portretten. Daar is dit elegante portret van Josina Copes-Schade van Westrum met haar vijf kinderen een mooi voorbeeld van. De echtgenote van de pensionaris van 's-Hertogenbosch is afgebeeld als moederfiguur die haar kinderen naar een goed en deugdzaam leven leidt.
Dat beeldt ze uit door naar de Tempel van Deugd te wijzen. Of beter gezegd: naar de steile weg die daar naartoe leidt. De tempel is gebaseerd op een ontwerp van Rubens. Het bellenblazende kind en de teksten aan de linker- en rechterkant onderstrepen de vanitas-boodschap van het schilderij. Het doel: de kijker herinneren aan zijn sterfelijkheid en de onzinnigheid van wereldse zaken en persoonlijke genoegens.
Praktische informatie
Titel |
Allegorisch portret van Josina Copes en kinderen
|
Vervaardiger | Theodoor van Thulden |
Datum | 1650-1651 |
Materiaal | Olieverf op doek |
Grootte | 195 x 253 cm |