Magazine

De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch

Door Marlisa den Hartog — 24 oktober 2022

Voor de komst van moderne bedrijven organiseerden ambachtsgilden het werkende leven. Van leerbewerkers tot slagers en kledingverkopers: ieder beroep had zijn eigen gilde. De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch lieten bijzondere voorwerpen na die al heel lang in onze collectie zitten. We zetten er graag een aantal in het zonnetje.

Het begin

Het ontstaan van de ambachtsgilden is verbonden met de opkomst van de middeleeuwse stad. Steeds meer ambachtslieden wilden in de stad wonen, omdat ze daar meer konden verkopen en er meer vrijheid hadden. In de stad ontdekten die ambachtslieden dat zij samen sterker stonden en besloten zij zich te verenigen in gilden. Lid worden van een gilde had belangrijke voordelen. Ten eerste op werkgebied: iedereen die in 's-Hertogenbosch een ambacht uitvoerde moest verplicht bij een gilde zitten.

Altaren in de Sint-Jan

De Bossche ambachtsgilden hadden ook een religieuze functie – vooral tijdens de middeleeuwen. Ieder gilde had een patroonheilige en de meeste hadden hun eigen altaar in de Sint-Janskathedraal. Tijdens feestdagen kwamen de gildeleden daar samen om de mis te vieren. Zij versierden de altaren met kandelaars, heiligenbeelden en schilderijen. Het zou goed kunnen dat het beroemde schilderij van de Lakenmarkt ook op zo'n gilde-altaar heeft gestaan. Op de voorgrond is de patroonheilige van de lakenhandelaren te zien: Sint Franciscus. Op de achterkant staat hun wapen: een grote schaar.

Anoniem, De Lakenmarkt van 's-Hertogenbosch, ca. 1530.
Anoniem, De Lakenmarkt van 's-Hertogenbosch, ca. 1530.

Liefdadigheid

Lid zijn van een gilde had ook andere voordelen. Gildeleden die in armoede stierven, kregen op kosten van het gilde een fatsoenlijke begrafenis. De aanwezigheid van alle gildeleden was daarbij verplicht. Bij de uitnodiging kregen zij een penning die ze weer moesten inleveren bij de begrafenis. Op iedere penning stond een nummer, zodat meteen duidelijk werd wie afwezig was. Gildepenningen zijn klein, maar er is veel op te zien.

Op deze penning zie je Sint Maarten, de patroonheilige van de Oudekleerkopers. Hij snijdt een stuk van zijn mantel af voor een bedelaar. Sint Maarten was een hele toepasselijke heilige voor dit gilde: de Oudekleerkopers verkochten namelijk tweedehandskleding. Op de andere kant van de penning zie je een winkel met kledingstukken in de etalage. In de deuropening staat een vrouwelijke verkoopster en twee mannelijke klanten.

Anoniem, Penning van het Oude Kleerkopersgilde te 's-Hertogenbosch, 1750.
Anoniem, Penning van het Oude Kleerkopersgilde te 's-Hertogenbosch, 1750.

Deze penning is van het Schippersgilde. Op de ene kant zien we een boom – hét symbool van 's-Hertogenbosch. Op de andere kant zien we een zeilboot met drie personen. Maar het mooiste is misschien wel de raadselachtige spreuk die rondom staat: "Al varende kort den wegh s levens."

Anoniem, Penning van het Schippersgilde te 's-Hertogenbosch, 1683.
Anoniem, Penning van het Schippersgilde te 's-Hertogenbosch, 1683.

Samen eten en (vooral) drinken

De leden van de ambachtsgilden kwamen ook samen om te eten en te drinken. Dit was belangrijk voor de saamhorigheid. Het gilde liet speciaal voor deze maaltijden mooie bekers maken waaruit iedereen een slok wijn moest drinken. Zo gebruikte het rijke Kramersgilde van de verkopers deze zilveren bokaal. Het figuurtje bovenop de deksel is een straatverkoper met een blad met koopwaar.

Anoniem, Bokaal van het kramersgilde te 's-Hertogenbosch, 1644.
Anoniem, Bokaal van het kramersgilde te 's-Hertogenbosch, 1644.

Twintig jaar later liet het Kramersgilde opnieuw een zilveren bokaal maken. Zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant staat een tekst gegraveerd, waarbij de beker zelf aan het woord is. Aan de buitenkant staat een gedicht over hoe de beker is ontstaan. "Ik ben uit vuur geboren", zegt hij bijvoorbeeld, want hij is gesmeed. Aan de binnenkant staat een tekst waarin de beker de gildeleden aanspoort samen te drinken. "Laat mij van mond tot mond gaan en drink mij tot op de bodem leeg!"

Diederic Pas, Bokaal van het kramersgilde te 's-Hertogenbosch, 1663-1664.
Diederic Pas, Bokaal van het kramersgilde te 's-Hertogenbosch, 1663-1664.

Trotse vaandeldragers

De leden van een ambachtsgilde lieten graag aan iedereen zien dat zij een eenheid vormden. Een van de beste manieren om dat te doen was met een vaandel. Gildevaandels werden tijdens processies meegedragen of bij bijzondere gelegenheden uitgehangen. Het oudste vaandel in onze collectie is die van het Smidsgilde. Het is gemaakt van kostbare rode en gele zijde. In het midden staat de patroonheilige van de smeden, Sint Eligius, met in zijn ene hand een bisschopsstaf en in zijn andere een grote hamer. Links en rechts van hem zien we een smidstang en een hamer, en bovenaan twee wapens van 's-Hertogenbosch.

Anoniem, Vaandel met dwarsstok en stok van het Bossche smedengilde St. Eloy, 1600-1625.

Marlisa den Hartog (1992) was junior conservator geschiedenis bij Het Noordbrabants Museum. Ze studeerde middeleeuwse en vroegmoderne geschiedenis aan de Universiteit Leiden, en was daarna als promovenda en docent verbonden aan diezelfde universiteit. Den Hartog is breed geïnteresseerd in de cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van West-Europa. Zij schreef haar proefschrift over seksuele gedragsnormen in de Renaissance.

Gerelateerde artikelen